Menu Sluiten

Een kelder vol heerlijk speelgoed

Onze pa was schrijnwerker, een van de weinige die al zijn vingers nog had. Mijn peter was topjes aan twee vingers kwijt. Het heeft mij al­tijd al kriebels in de buik gegeven bij de gedachte hoe die vingers af­gezaagd werden.

Gezien onze pa ook buiten zijn werkuren schrijnwerker bleef stond er in onze kelder een schraag. Al zijn werkgerief lag op een plank daar­onder geborgen en hamers, beitels en schaafgerief lagen her en der verspreid.
Een doos vol goede nagels en een met verroestte stonden zusterlijk naast elkaar. De verroestte hield hij bij omdat die ooit nog wel eens van pas zouden komen. Pa was ook iemand die elke nagel op straat op­raapte voor het geval dat…

Als kind had de kelder voor mij geen geheimen en het werkgerief even­min. We mochten alle, voor hem niet meer bruikbare, plankjes ge­bruiken en op een nagel kwam het ook niet aan.
Met het hout heb ik vanalles ineengeknutseld en dikwijls op mijn vin­gers geslagen, maar volgens onze pa was dat de enige manier om het te leren.
Ik heb aan het hout geroken en gevoeld, maar heb nooit de soorten uit­een kunnen houden zoals hij dat kon.

Rond Sinterklaas was de kelder verboden terrein, want dan was hij zogezegd bezig aan stukken voor zijn vriend Monseigneur en dat was dan wel héél bijzonder. Nooit heb ik beseft dat hij die avondlijke uren gebruikte om ons speelgoed te maken. Van wiegjes tot auto’s die 25 centiemgeldstukken als wielen hadden, tot enorm grote dob­bel­stenen die nooit de juiste getallen smeten. Vanalles heeft hij gemaakt, en ik heb het nooit geweten.