Menu Sluiten

De eerste tv in de straat

Onze pa was dus zo ziek dat hij het bed moest houden. Er werd mij uitgelegd dat de aorta iets is als een fietsband, en bij onze pa was de buitenkant gescheurd en de binnenband stak er met een ballonnetje uit. Dus, als dat moest opengaan ging onze pa dood.

Over dood gaan werd niet in huis gesproken. Alleen door pa zelf, die over doodgaan de mooiste verhalen kon vertellen. Als kind begreep ik het niet op wat hij mij aan het voorbereiden was, het waren verhalen zoals hij er zo veel vertelde.

Op een mooie dag kwam Monseigneur Van Wayenberg met het be­richt dat pa een tv in bruikleen kreeg. In bruikleen had eigenlijk de in­houd: tot je dood bent.

Zwaluwenlaan 12, was de gelukkige bezitter van een zwart-wit tv.

De vorm van dit toestel was een combinatie van een rechthoekige kast met rond vensterraam, waardoor de beelden naar binnen rolden.
Een nieuwe wereld ging voor iedereen open, vooral voor pa die nog weinig kon meemaken van wat er in de buitenwereld geschiedde.

Toen Koning Boudewijn huwde met zijn Fabiola, was onze woon­ka­mer herschapen in de bestdraaiende cinema van Leuven en om­stre­ken. De ganse buurt had al haar stoelen verzameld en in rijen za­ten de mensen rond de wonderlijke kast. Een uur voor het begin van de uitzending zat madam van de gazet in het midden van de eerste rij, zodat ze zeker niets zou missen. Naargelang de tijd vorderde, vul­de ons huis zich. Pa glunderend in zijn zetel alsof hij één van de ge­nodigden in het paleis was. Madam van de gazet straalde als Asse­poes­ter die nooit haar schoentje zou kwijtgeraken.
Er waren zelfs buren die hun boterhammen bij hadden om toch maar de tv niet te moeten verlaten. Liters koffie zijn er die dag in ons huis geschonken.
De beste commentatoren, onze pa en madam van de gazet, hebben nooit een weg gevonden in het medialand. De NIR weet niet wat voor goe­de presentatoren ze gemist hebben aan die mensen.

Voetbal was ook een spektakel geworden. Er was geen enkele man in de buurt die wist wat een corner was, maar ze wisten wel wel­ke truitjes de Belgische ploeg aan had, alhoewel ik als kind dikwijls moest gissen wie wie was.
Want alles was zwart- wit en grijs.

Pa kon nu ook de mis volgen op tv. En rond de middag kwam de on­der­pastoor (‘t Smekke: van De Smedt) de hostie brengen.

Monseigneur kwam niet alleen bij ons thuis, maar nu ook de ko­ning en de koningin en GOD zelf in groot ornaat.