Vloeibaar lava vloeit weg
uit het diepste diep
om hevig uit te deinen
in een wervelende kolk
ergens tussen mijn middenrif.
Ik bast open in een hevigheid
die onbegrensd is
en eindigt in onwerkelijkheid.
Vrije vlinders die mijn lijk omweven
met cocons van tederheid.