Mijn eerste publieke optreden, dat zelfs niet gepland was, maar in een spontane opwelling ontstaan is, was op de tram.
Er was feest in Leuven en ik had een papieren Belgisch vlagje op een stokje. Was het 21 juli, of was er hoog bezoek, dat weet ik niet. De straten waren versierd en er hing een feestelijk gedruis in de stad.
Na afloop reden we met de tram terug naar Heverlee. Mijn vlagske was mijn houvast op deze woelige dag. Ons ma betaalde de rit aan de conducteur… en net dat moment had ik afgewacht om bovenop de zetel te gaan staan en mijn koninklijk gedicht op te zeggen, waarvan de laatste woorden waren: ”Leve de koning, Leve het Belgenland. “
Een staande ovatie van de reizigers op de tram naar Heverlee.
Niet ieder kind heeft dat meegemaakt. Ik wel!