Op de bus hebben wij het onze gids niet gemakkelijk gemaakt.
Ten eerste kon hij er niet goed aan uit dat onze kleine groep in twee verdeeld was door onze talen. Alleman kwam uit België en toch… Iedereen deed zijn best om de taalbarrière van België ginder te doorbreken, maar echt gelukt is het nooit. Wat hij in het Nederlands zei, moest hij dan ook eens in het frans zeggen. De Vlamingen stonden erop dat hij niet alleen uitleg gaf in het frans. Rechten zijn rechten.
Als Vlamingen wilden we ook weten of er racisme bestond in Turkije. Het was een koppel opgevallen dat er geen enkele zwarte mens rondliep. Neen dus, er is geen racisme.
Op de grote landkaart die vooraan in de bus hing was onze rondrit aangeduid. Prachtige reis, daar niets van. Als eerste kennismaking met het land zeker een aanrader, maar daarna moet je zelf rondtrekken en weggaan van de door het toeristisch bureau aangeduide plaatsen, dan leer je pas het land kennen. Tenminste als je durft afwijken van de voorgeschreven paden.
Nog een knellende vraag: “Wat ligt er in het oosten van het land. Waarom is de landkaart daar zo leeg?”. “Natuur- en waterwinningsgebied.”. Het antwoord was gegeven.
Ik bleef aandringen en vroeg of ik dat kon gaan bezichtigen: Neen dus.
‘s Anderdaags dezelfde vraag: “Neen Mevrouw Mieke, dat is afgesloten gebied.”.
De dag erna: “Misschien Mevrouw Mieke, als je de juiste papieren kunt vast krijgen.”
Vierde dag: “Mevrouw Mieke, ik denk dat jij er ooit zal geraken.”
Hetzelfde met zijn donkere zonnebril.
“Tarkan, mag ik je ogen eens zien?”
“Waarom?”
“zomaar.”
“Neen.”
“Goede morgen Tarkan”. Mijn hand raakt mijn hart aan en legt het dan zacht op zijn hart. Een bijna onzichtbare glimlach verschijnt rond zijn mondhoeken.
“Dag Tarkan”
“Dag Mevrouw Mieke.”
Mijn hand maakt terug het gebaar van gisteren, maar hij blijft afwachtend.
“Tarkan, mag ik je ogen zien.?”
“Waarom?”
“Ik wil je ziel groeten.”
Door de donkere glazen zie ik pupillen over en weer gaan, fronsen in zijn voorhoofd verraden zijn tweestrijd. En dan in een langzaam gebaar, alsof er een geheim wordt onthuld neemt hij zijn zonnebril af. Er gebeurt iets tussen ons twee. Ik zie… ik zie prachtig donkere ogen, maar de droefenis staat er in te lezen.
“Waarom heb je verdriet, Tarkan?”
“Misschien vertel ik het je nog wel, Mevrouw Mieke.”
Dagen daarna heeft hij me aan de rand van een zwemdok apart genomen en in vertrouwen dingen verteld. Hij kwam pas uit het leger, twee jaar lang. De rest is een vertrouwensverhaal tussen hem en mij. Maar wie denkt, kan raden wat die droeve jongensogen hebben gezien en meegemaakt.
En ja, ik heb het natuur- en waterwinningsgebied bezocht, omdat ik wist waar er weinig controleposten zaten.